PoV
The Sexy Lie

Eerder deze maand kondigde Katy Perry op Instagram haar nieuwe single en album Woman’s World aan, haar eerste in vier jaar tijd. Op de foto bij het bericht is de zangeres te zien in een opengewerkte witte bikini. Haar tepels zijn zichtbaar en de onderkant van haar borsten is onbedekt (de zogeheten ‘underboob’). Haar huid is gebronsd en geolied en ze draagt een soort futuristische, zwart-glimmende robot-beenkappen.
Ook post ze diezelfde dag een video waarin ze zichzelf filmt in de outfit en meezingt met haar nieuwe single:
“Sexy, confident
So intelligent
She is heaven sent
So soft, so strong”
En geil, ze is vooral heel geil. Perry draait verleidelijk voor de camera en brengt die naar haar borsten, waarna ze de video afsluit met een kus op haar bovenarm.
Beyonce deed eerder dit jaar bij het promotiemateriaal voor haar nieuwe album Cowboy Carter iets soortgelijks. Op de meest uitdagende foto hing op de plek waar normaal gesproken een slipje zou zitten slechts een strategisch geplaatst spiegelhangertje.
Deze hyperseksuele esthetiek was tot pakweg vijftien jaar geleden vooral voorbehouden aan strippers, paaldansers en de zogeheten ‘video girls’ (vrouwen die als seksueel behang dienden in de soft-erotische videoclips van rond de eeuwwisseling), maar inmiddels bedienen steeds meer vrouwelijke mainstream popsterren zich van deze soft-porno-beeldtaal, die alsmaar bloter en geiler lijkt te worden.
Waarom?
Beyonce en Katy Perry zien zichzelf als sterke vrouwen, feministen zelfs. En een sterke vrouw bepaalt zelf wel hoe ver ze mag gaan in het tonen van haar lichaam, is tegenwoordig de consensus. Mogen mannen hun tepels laten zien op de socials? Dan zij ook. ‘Kijk mij eens in control zijn en trots op mijn lijf’, willen ze uitdragen met deze beelden. Hoe geiler, hoe krachtiger is het credo (want uitdagender en dus rebelser en autonomer). Ze zien hun naaktheid als teken van zelfvertrouwen en seksuele empowerment (bij gebrek aan een adequate Nederlandse vertaling), als teken dat vrouwen tegenwoordig net zo vrij zijn om te doen wat ze willen met hun lichaam als mannen.
Maar is dat ook echt zo?

Professor Caroline Heldman, een Amerikaanse representatie-expert die gespecialiseerd is in machtsstructuren en media, meent van niet. Heldman, tevens Senior Research Advisor bij het Geena Davis Institute for Gender in Media, muntte in 2014 tijdens een populaire Ted Talk in San Diego de term ‘the sexy lie’.
Zelf-objectificatie
We houden onszelf voor de gek als we denken dat het empowering zou zijn om sexy te zijn of je sexy te voelen, zegt ze in die talk. Het is een leugen die we onszelf als vrouwen vertellen. Zelf-objectificatie, waarbij je er zelf voor kiest om een lustobject te zijn, is volgens Heldman onder de streep nog altijd objectificatie. En bij objectificatie is het altijd de ander – het subject, veelal de heteroseksuele man – die de macht heeft. Je geeft als vrouw letterlijk je macht weg doordat je je waarde in de handen van een toeschouwer legt, die jou beoordeelt op je mate van bekoorlijkheid, aldus Heldman.
In een aflevering van de podcast The Nature of Nurture legt Heldman dit verder uit. Ze hekelt het ‘keuze-feminisme’ dat tegenwoordig gangbaar is onder jongere generaties: dat als je iets zelf als feministisch verklaart, het dat ook is. Zo werken machtsstructuren echter niet volgens haar. “Vooral jonge vrouwen zijn ontzettend defensief als het gaat om het idee dat ze macht kunnen verwerven door middel van seksuele (zelf)objectificatie, maar dat is in de basis simpelweg onmogelijk”, stelt ze. “Ook al is het je eigen streven om de status van seksobject te bereiken, ook dan heb je nog altijd een relatief machteloze positie, in die zin dat anderen jou waarde toekennen.” Je ontmenselijkt jezelf op deze manier meent ze, je wordt een ‘ding’ dat op display staat.
En het argument dat zelf-objectificerende vrouwen niks te maken hebben met wat die mannen van ze vinden, met wat die met zo’n foto doen? Ook daar heeft Heldman een antwoord op. Want al zijn deze vrouwen ervan overtuigd dat ze het alleen voor zichzelf doen, ze zijn nog altijd onderdeel van het patriarchale systeem dat schoonheid en bevalligheid als hoogste waarde voor een vrouw classificeert. Onbewust kijken ze nog altijd met een patriarchale blik naar zichzelf, en beoordelen ze zichzelf continu via die mannelijke blik.

En daarnaast is de beeldtaal exact dezelfde. Deze zangeressen zijn weliswaar zelf het middelpunt in plaats van dat ze als lekker hapje aan de arm van een man hangen – het beeld is vergelijkbaar: het is nog steeds eye candy zoals we dat al honderdduizend keer eerder hebben gezien, voor het effect op de kijker maakt het geen verschil.
Volgens Caroline Heldman schieten we met de body positivity-beweging overigens weinig op, want daarmee maken we slechts de definitie van wat begeerlijk is ruimer. Je mag dan tegenwoordig als ‘oudere’ of ‘vollere’ (of anderszins van het schoonheidsideaal afwijkende) vrouw ook mooi worden gevonden, in de basis is het belangrijkste criterium volgens haar dan nog steeds of een vrouw aantrekkelijk is of niet.
Onderwerping is verleidelijk
Dat zelf-objectificatie wel degelijk een gevoel van macht geeft, beschrijft Lotte Houwink ten Cate scherp in een recent opiniestuk in de Volkskrant. Het loont de moeite om een seksobject te zijn, stelt ze, want het levert veel op. “Zoals liefde, goedkeuring, succes en geld. Vrouwen worden in de eerste plaats gewaardeerd om hun schoonheid en vruchtbaarheid.” (...) “Het grootste taboe dat De Beauvoir beschrijft: onderwerping is verleidelijk voor vrouwen. Omdat begeerd worden genot geeft. En macht.”
Ook Houwink ten Cate ziet echter het problematische van zelf-objectificatie: “In de poging begeerd te worden, verdwijnt de vrouw zelf. Een vrouw kan zichzelf middels esthetische optimalisatie koningin maken, maar zal alleen regeren over een koninkrijk dat hij bedacht heeft. Daarmee is het echte probleem de instemming van vrouwen met een gemarginaliseerde status.”
Sexy of seksueel?
Een ander probleem van het ‘geile’ feminisme is het verwarren van de termen ‘sexy’ en ‘seksueel’. Seksuele assertiviteit en seksuele empowerment is niet hetzelfde als sexy zijn. Het eerste heeft te maken met je zeker voelen over wat je wil en lekker vindt op seksueel gebied en daar uiting aan geven; het tweede gaat over aantrekkelijkheid en begeerlijkheid. Je kunt je prima op een seksuele manier uiten zonder sexy te zijn, kijk bijvoorbeeld naar de video bij Pynk van Janelle Monáe. Het nummer gaat over lust, maar nergens voelt het alsof we ons aan Monáe en haar danseressen moeten verlustigen. Integendeel, het seksuele aspect wordt juist heel speels verbeeld door de inmiddels beroemde ‘vulvabroeken’ van de Nederlandse ontwerper Duran Lantink.
Het is een viering van de vrouwelijke seksualiteit vanuit een vrouwelijk perspectief, veel meer dan de glimmende buiken en borsten van Perry en Beyoncé. Je voelt je als vrouw betrokken bij wat je ziet, in plaats van dat je een ongemakkelijk gevoel van buitensluiting bekruipt, een gevoel van ‘dit is niet voor mij bedoeld’.
De manier waarop Katy Perry en Beyoncé hun carrières managen is bewonderingswaardig. Niemand die ze op dit punt in hun roem nog kan zeggen wat ze moeten doen; ze heersen over hun eigen merk, zijn koninginnen van hun eigen koninkrijk. Toch zijn ook zij (zelfs zij) niet immuun voor de sexy leugen. Zelfs hún glanzende koninkrijk is uiteindelijk niet van henzelf, maar van hem.